In deze cursus wordt de cursist bekend met het Passende Onderwijs Constructie-model (ontwikkeld door Act-inclusief). Het model kan je als instrument inzetten bij het vormgeven van inclusiever onderwijs en bij thuiszittende kinderen die herintreden. Het helpt scholen, samenwerkingsverbanden en andere vormen van onderwijs om voor deze kinderen tijdelijke leerarrangementen te maken die bijdragen aan het behalen van gestelde eindtermen. Passend onderwijs creëren: elk kind doet mee en maakt gelijke kansen waar.
Soms is het nodig bij voorkomen van achterstand of uitval of bij herintrede van thuiszitters, na bijvoorbeeld ziekte, speciale programma's voor betreffende kinderen samen te stellen. Want in onze visie is inclusie de norm. In uitzonderlijke situaties is het bekende beeld van 'leren in de klas' is niet altijd mogelijk of wenselijk. De veel besproken ‘leerbehoefte’ waaraan het onderwijs zich zou moeten aanpassen kan met dit model. Leerlingen en hun ouders hebben bijdrage aan de inhoud van deze leerbehoefte. Tegelijkertijd helpt het model om arrangementen te maken waarmee leerlingen weer kunnen meedoen in de reguliere situaties. Als dit lukt draagt elk maatwerkprogramma bij aan het bevorderen van kansengelijkheid.
Bewaakt moet worden dat kortcyclische en langcyclische beslissingen coherent voor het kind uitwerken. Daartoe:
Om de inbreng van kinderen te borgen is een doorgaande communicatiecyclus noodzakelijk. En om de inbreng van kinderen te verankeren is het nodig om regelmatig met de kinderen zelf in gesprek te gaan. Ouders/ verzorgers brengen hun eigen ervaringen met- en waarnemingen van hun kind thuis in. Eventueel zorgverleners (zoals orthopedagogen en psychologen) worden door ouders actief betrokken. Docenten/begeleiders/instelling brengen hierbij professionele keuzes in die gebaseerd zijn op het ontwikkelingsproces van het kind in relatie tot het curriculum.
Denk aan: leertaken; cognitieve-, affectieve en motorische leerdoelen; diversiteit aan leeromgevingen; variatie van individueel en sociaal leren; variatie van toetsvormen; het belang van een vaste mentor; is het facultatief per vak of per thema/project; rollen ouders; externe professionals en/of sleutelpersonen, enz.
« vorige pagina